In 1942 kondigde Arthur Seyss-Inquart, Duitse gouverneur van Nederland, een zogeheten metaalregelgeving aan. Alle bruikbare metalen voorwerpen, ook kerkklokken, moesten worden ingeleverd. De bronsklok was namelijk gemaakt van de zelfde tin en koper legering waar ook wapens van gemaakt konden worden.
De Limburgse aannemer Peter Meulenberg werd in opdracht van de autoriteiten gevraagd om de kerkklokken van de Nederlandse kerktorens te brengen. Hij kreeg al snel de bijnaam Klokken-Peter. Binnen een jaar haalden hij en zijn vierhonderd medewerkers meer dan 6.700 klokken van de torens - driekwart van alle Nederlandse klokken. Ook de kerk in Linden viel ten prooi aan de klokkenrovers, maar de klok uit de toren halen en wegvoeren zijn twee verschillende dingen. De bel bleef dus nog twee maanden in de buurt van de kerk staan voordat deze kon worden weggevoerd.
Op de meeste plaatsen in het zuiden van Nederland was de oorlog eind 1944 echter al voorbij. Zo konden in Tilburg een aantal klokken weer worden hersteld. Onder hen was de kerkklok van Linden. De burgemeester van Linden spoedde daarop naar Tilburg en kwam terug met de kerkklok zodat Kerstmis 1944 werd ingeluid met de historische bel.
In totaal bleven aan het eind van de oorlog nog een goede 4.200 klokken over van de oorspronkelijke 9.000 klokken.
Do you have more information about this location? Inform us!